Flora
Gezien het feit dat het op Curaçao meestal erg warm en droog is, is dat ook goed te zien aan het aantal boom- en plantensoorten. Er komen ongeveer 500 boom- en plantensoorten voor op het eiland en dat is niet bijzonder veel. De begroeiing is vrij kaal en grote delen zijn verdord of verzilt door de zoute zeewind. U ziet op Curaçao vooral heel veel cactussen. Deze cactussen hebben een prachtig systeem, want zodra het begint te regenen ontspruiten zich heel snel regenwortels die het vocht opnemen, zodat er weer voldoende vocht op voorraad is voor de droge perioden. Er zijn op Curaçao 10 soorten cactussen, waarvan de kandelaar-vormige kadushi en de rechte datu de bekendste en meest voorkomende zijn. Kadushi wordt gebruikt in soep en medicijnen. De bekendste boom van het eiland is de dividivi, die ook wel bekend is als de waai boom. De vorm van de dividivi wordt bepaald door de wind. Verder zijn er mangroves die met hun wortels in het water staan en ademen door luchtwortels die van de takken naar beneden hangen. Daarnaast zijn er nog meer soorten bomen op het eiland te vinden. Denk o.a. aan de Kalbas, acacia, geelhout en de rode zadelboom. Er groeit op Curaçao ook veel aloë vera. Dit zijn groene planten met dikke, vettige bladeren en scherpe punten waarin slijm en sap zit. Aloë vera groeide oorspronkelijk alleen in het Middellandse Zeegebied, maar inmiddels is het al al meer dan 150 jaar ook te vinden op Curaçao. Jarenlang werden de bladeren van Aloë vera gekookt en verhard tot hars en het sap werd gebruikt in de farmaceutische industrie. Tegenwoordig wordt het gebruikt in cosmetica en huis-, tuin,- en keukenmedicijnen, o.a. om de pijn van een verbrande huid te verzachten. Op de stranden van Curaçao groeit de manzalina boom, een boom met fruit waarvan het sap zeer giftig is en irritatie kan opwekken. Het aanraken van het blad van deze boom kan al voldoende zijn voor een pijnlijke ervaring. Het kan een vervelende branderig gevoel van de huid veroorzaken. Het spoelen met koud water kan de pijn verzachten. Hou kinderen ver bij deze bomen vandaan.
De meeste planten- en boomsoorten vindt u in het prachtige Christoffelpark. Hier vindt u o.a. bijzondere soorten orchideeën. Verder vindt u op het eiland nog bougainville en de flamboyant. Voor ongerepte natuur op Curaçao moet u op het oostpunt zijn bij landhuis Klein Sint Joris. Dit is particulier gebied en niet toegankelijk voor publiek. De natuur en het koraalrif zijn hier nog nauwelijks aangetast.
Fauna
Met betrekking tot de dieren op Curaçao geldt ongeveer hetzelfde als voor de planten: u moet er even naar zoeken. De roze flamingo’s springen het meest in het oog, die eindeloos op zoek zijn naar voedsel in de ondiepe zoutpannen. Broeden doen ze vooral op Bonaire, aangezien dit eiland wat rustiger is vergeleken met Curaçao. De caroteenrijke garnalen die de flamingo’s eten zorgen voor de roze kleur van hun veren. U kunt de flamingo’s bekijken in de zoutpannen bij Jan Kok, maar het is aan te raden niet te dicht in de buurt te komen. Naast Flamingo’s zijn er op het eiland ook veel hagedissen te vinden. Zo komen de bruine lagadishi, blauwgroene blo-blo en leguanen (yuana) er veel voor. Er wordt gejaagd op de leguaan, aangezien door sommige mensen wordt beweerd dat het vlees potentieverhogend zou werken. Verder vindt u verspreid over het hele eiland veel geiten, die zomaar de weg over kunnen steken. Indien u te maken krijgt met overstekende geiten, toeter dan gewoon. Geiten zijn namelijk echte kuddedieren en als er één zich omkeert, dan volgen de andere ook wel. Geiten zijn niet echt vriendelijk voor de natuur van Curaçao, want ze knagen de beplanting kapot. Hier en daar kunt u ook een ezel tegen het lijf lopen en honden ziet u er behoorlijk veel, waarvan sommige behoorlijk verwaarloosd zijn. Een uniek diertje op Curaçao is het Curaçaos witstaarthertje, ook wel biná genoemd. Deze hertjes vindt u vooral in het Christoffelpark en zijn sinds 1931 wettelijk beschermd. Verder kunt u ook prachtige vogels tegenkomen, zoals o.a. de West-Indische parkieten en de gele en oranje troepiaal (waarvan de gele trupial kachó blaft als een hondje), rode en groene kolibries, het kleine suikerdiefje (barika heel) dat redelijk tam is en dicht bij mensen in de buurt komt, diverse soorten duiven, valken, haviken, witte nachtuilen en diverse soorten strandvogels. Het eiland is dus ook zeker een tropisch paradijs voor vogelspotters.
Het vervelendste diertje dat u hier vindt is de muskiet. Vooral als het heeft geregend dan kunt u behoorlijk last hebben van muskieten. Ze veroorzaken bulten die erg kunnen jeuken. Muskieten blijven meestal weg uit kamers met airconditioning. Daarnaast zijn goed muggenwerende middelen en een klamboe aan te raden.